Hoe werkt het hart?
Mar 22, 2019Het hart bestaat uit vier holtes die samen bloed rondpompen. De wanden van de hartholten trekken samen om het bloed gaande te houden.
Het hart heeft een linkerhelft en een rechterhelft. Het bloed wat door deze helften stroomt, komt niet bij elkaar. De rechterhelft van je hart werkt voor je longen, de linkerhelft werkt voor de rest van je lichaam.
Hartkamers en hartboezems
De rechterhelft van het hart hoort niet bij de rechter helft van het lichaam, maar bij de longcirculatie. De linkerhelft heeft te maken met de lichaamscirculatie.
De rechterkamer omvat het grootste deel van de voorkant van het hart. De linkerkamer zit vooral aan de achter- en linkerkant van het hart. De rechter en linker kransslagader zij niet verbonden aan de rechter- en linker kamer en hebben ook niets te maken met de rechter en linker helft van het lichaam.
De linkerhelft van het hart bestaat uit de wand van de linkerboezem (hier monden vier longaders in uit), de linkerboezem, de linkerkamer, de aortaklep (hier begint de aorta), de aorta ascendens (hier begint de hoofdslagader van het lichaam) en net boven de aortaklep takken de kransslagaders af.
In de rechterhelft van het hart monden drie aders uit in de wand van de rechterboezem: vena cava superior (levert bloed uit de bovenste lichaamshelft), de vena cava inferior (vervoert bloed uit de onderste lichaamshelft) en de sinus coronarius (voert bloed uit het hartweefsel naar de rechterboezem). Verder bestaat de rechterhelft uit de rechterboezem, de rechterkamer en de grote longslagader. Deze laatste ontspringt uit de rechterkamer.
Hoe stroomt het bloed door het hart?
Zuurstofarm bloed uit het lichaam stroomt vanuit de kleinere aders naar de bovenste en onderste holle ader, van waar het bloed in de rechterboezem stroomt. Vanuit de rechterboezem gaat het bloed naar de rechterkamer en van daaruit gaat het bloed via de longslagaders naar de longen. De longen nemen zuurstof op wat in het bloed opgenomen wordt. Bij dit proces wordt er koolzuur afgegeven. Nadat het bloed door de longen is geweest, is het zuurstofrijk bloed. Dit gaat vanaf de longen via de longaders naar de linkerboezem, van waar het naar de linkerkamer gaat. Vanuit de linkerkamer gaat het bloed via onder andere de aorta naar de lichaamsweefsels. In de lichaamsweefsels geeft het bloed zuurstof af en neemt het koolzuur op. Dit maakt het bloed weer zuurstofarm.
De hartslag
De hartslag heeft twee fasen: diastole en systole. Bij diastole stroomt het bloed van de boezems naar de kamers. Bij systole wordt het bloed met kracht de slagaderen in gepompt.
De bloeddruk wordt gemeten met systolische en diastolische bloeddruk. Systolische bloeddruk is de druk van je aderen wanneer je bloed vanuit je hart wordt gepompt. Diastolische bloeddruk geeft de druk in je aderen aan wanneer het hart in de ruststand is tussen de hartslagen in. Bij een bloeddrukmeting werkt men met twee getallen. Het eerste getal is de systolische bloeddruk, het tweede getal is de diastolische bloeddruk. Bij het meten wordt vooral gekeken naar de diastolische bloeddruk (ook wel onderdruk). Bij een verhoogde bloeddruk is de verhoging bij zowel de onder- als de bovendruk aanwezig.
De hartkleppen
Tussen de verschillende onderdelen van het hart zitten hartkleppen. In totaal zijn het er vier: de mitralisklep (tussen de linkerboezem en de linkerkamer), de aortaklep (tussen de linkerkamer en de aorta), de tricuspidalisklep (tussen de rechterboezem en de rechterkamer) en de pulmonalisklep (tussen de rechterkamer en de longslagader). De functie van de hartkleppen is om te zorgen dat het bloed één kant op stroomt. De hartkleppen reageren op de drukverschillen tussen de verschillende onderdelen van het hart.
Kransslagaders
De bloedvoorziening voor het hart zelf wordt verzorgd door de twee kransslagaders: de rechter kransslagader en de linker kransslagader. Bij de meeste hartziekten ligt de oorzaak bij een afwijking in de kransslagaders. De kransslagaders ontspringen uit de aorta en voorzien de hartspier van bloed. De linker kransslagader bestaat uit een hoofdstam en twee aftakkingen na de hoofdstam. Bij de vernauwing van een kransslagader ontstaat er pijn op de borst en bij verstopping ontstaat er een hartinfarct. De kransslagaders zijn de enige manier van bloedtoevoer naar het hart zelf. Wanneer een verstopping optreedt verkeert het hart in kritieke toestand.
Bronnen